Obstakels
Ben je aan het fietsen door het bos ligt er onverwachts een omgevallen boom op het pad. Wat doe je dan? Stap je af en klim je er overheen, fiets je er omheen of ga je er gecontroleerd op de fiets er over heen. Binnen enkele seconden moet je al je keuze maken wat je gaat doen. Snel maak je een analyse, hoe hoog is het obstakel, zijn er nog meer hindernissen in de buurt, is het niet te glad, ligt de boom recht of diagonaal over het pad en waarschijnlijk flitsen er nog meer zaken door je hoofd. Beslis je uiteindelijk om er over heen te gaan dan zijn er binnen het mountainbiken verschillende technieken mogelijk om dit mogelijk te maken. Welke techniek je gebruikt is afhankelijk de situatie die je aantreft.
Maar wat is nu die juiste techniek om over een obstakel te komen?
Voorwiel optrekken
Bij obstakels tot ongeveer 15 cm volstaat het vaak om je voorwiel op te trekken en deze te plaatsen boven op het obstakel. Rol vervolgens met het voorwiel over het obstakel heen. Het achterwiel volgt dan meestal vanzelf, door het achterwiel iets omhoog te trekken kun je dit vergemakkelijken. Deze methode kun je ook op lage snelheid uitvoeren.
Neem voor het object de aanval houding aan(1). Probeer tijdens de hele handeling vaart te houden, dit zorgt namelijk voor een betere balans. Vlak voor de hindernis maak je het voorwiel lichter door eerst het voorwiel in te drukken en daarna je gewicht naar achter te brengen terwijl je het stuur mee omhoog tilt(2). Dit is eigenlijk de handeling die de meeste mensen al automatisch doen wanneer ze met de fiets een stoeprand op rijden. Timing is hier wel heel belangrijk. Ben je te vroeg dan bestaat de kans je tegen het object op botst in plaats van dat je er op beland, hierdoor bestaat de kans dat je onverwachts stil komt te staan. Houd de pedalen in horizontale positie, dit zorgt voor een betere balans en je raakt dan niet zo snel het object(3). Als het voorwiel boven op het obstakel is breng het gewicht van je lichaam naar voren waarbij je gelijktijdig je bedalen mee op trekt(4). Hierdoor verminder je de druk op het achterwiel waardoor deze vanzelf over het obstakel volgt. Afhankelijk van de hoogte van het obstakel is het vaak niet eens nodig je pedalen op te trekken maar gaat het achterwiel al vanzelf mee. Let er wel op dat bij hogere obstakels het grote kettingblad het obstakel kan raken. Om er voor te zorgen dat deze niet beschadigd is het verstandig om de ketting op het grootste kettingblad te leggen. Verder is het belangrijk om het obstakel recht, met andere woorden haaks, aan te rijden. Bij het diagonaal benaderen is de kans groot dat het voorwiel als deze op het obstakel staat naar links of rechts weg zou gaan glijden.
De aanvalshouding ziet er als volgt uit: ga staan op je pedalen, zorg ervoor dat je armen en benen licht gebogen zijn, plaats je voeten op gelijke hoogte. De crank staat dus horizontaal. Plaats vervolgens het lichaamszwaartepunt ongeveer boven de trapas. In deze houding heb je de meest optimale wendbaarheid en is de veerkracht in je lichaam het grootst waardoor je snel kunt reageren op veranderende omstandigheden.
Wanneer je begint te oefenen met deze vaardigheid start dan met een laag obstakel van ongeveer 4 cm, mocht de timing niet goed gaan dan gebeuren er in ieder geval nog geen ongelukken doordat de fiets hier ook zo overheen kan rijden. Dit is ook makkelijker bij het oefenen van het optrekken van je achterwiel. Verhoog vervolgens in kleine stapjes de hoogte van het obstakel. Zorg ervoor dat het obstakel ook niet snel kan wegrollen, in dat geval zal ook je voorwiel weg kunnen gaan glijden waardoor je de fiets niet meer onder controle hebt.
Samengevat:
- Neem de aanvalshouding aan vóór het object.
- Zorg dat je juiste vaart houdt.
- Rij het object recht aan.
- Druk vóór het object het voorwiel naar beneden.
- Breng vervolgens je gewicht naar achter en trek het stuur met je mee omhoog.
- Houd de pedalen in horizontale positie.
- Op het object breng je gewicht naar voren en trek pedalen mee omhoog.
- Plaats de ketting op het grote kettingblad bij hoge obstakels.
Springen
Als je snelheid hoger ligt dan 15 Km/h dan bestaat ook de mogelijkheid om met beide wielen tegelijk over het object heen te springen. Afhankelijk van je ervaring kunnen hier objecten tot ongeveer 30 cm worden bedwongen.
Neem als je aan komt rijden de aanval houding aan. Ruim voor het obstakel breng je vervolgens je bovenlichaam nog verder omlaag(1). Vlak voor het obstakel strek je gelijktijdig je boven armen en benen(2). Doe dit op een explosieve manier. Hierdoor komt de fiets in zijn geheel al van de grond. Trek vervolgens het stuur en de pedalen verder omhoog, hierdoor zal de mountainbike nog verder van de grond komen. Vlieg vervolgens in een horizontale positie in zijn geheel over het obstakel heen(3). Na het obstakel ontspan je de armen en benen zodat je de landing rustig kunt opvangen. Je armen en benen fungeren in dit geval als de schokbreker voor je hele lichaam(4).
Ook bij deze techniek is de timing zeer belangrijk. Vooral door de hogere snelheid kan dit in het begin nog wat lastig zijn. Wanneer je deze techniek wil gaan aanleren begin dan eerst op een vlak stuk droog te oefenen, dus zonder obstakel. Zet een streep op de bodem waar fictief het object ligt, op deze wijze kun je ook goed aan de timing werken zonder dat er ongelukken gebeuren.
Samengevat:
- Neem de aanvalshouding aan.
- Blijf op snelheid.
- Breng tijdig voor het obstakel je lichaam verder omlaag.
- Vóór het obstakel strek je gelijktijdig armen en benen.
- Doe dit op een explosieve manier.
- Trek vervolgens stuur en pedalen verder omhoog.
- Vlieg in horizontale positie over obstakel heen.
- Vang met ontspannen armen en benen de landing op.
Bunny-hop
Eén van de moeilijkste technieken om aan te leren is wel de bunny-hop. Ook hier spring je in zijn geheel over het obstakel heen zonder deze aan te raken. Echter deze keer niet in horizontale positie maar zoals het woord zegt als een konijntje. Als een konijntje ergens over heen moet springen duikt hij eerst met zijn poten de lucht in om vervolgens zijn kont omhoog te gooien en weer op beide pootjes te landen. Hierdoor maakt hij een mooi boogje over het obstakel heen. Met de bunny-hop kun je op hogere snelheid hoge obstakels nemen.
Om een bunny-hop te maken kom je op snelheid aanrijden in de aanval houding. Breng voor het object je lichaam omlaag en buig naar het stuur toe (1). Vlak voor het obstakel verplaats je je gewicht explosief naar achteren en trek je het stuur op(2). Het voorwiel zal hierdoor van de grond komen. Pas als je voorwiel de gewenste hoogte heeft bereikt trek je het achterwiel mee. Dit doe je door je benen krachtig te strekken en je heupen richting stuur te brengen(3). Hierdoor zal je eigen lichaam en dus ook de fiets naar voren gaan kantelen. Trek het achterwiel met de pedalen mee omhoog(4). Druk het stuur omhoog en van je af en trek de pedalen verder omhoog. Hierdoor zal het ook achterwiel over het obstakel heen vliegen. Probeer met twee wielen gelijktijdig te landen door tijdens de landing je stuur weer iets op te trekken en je benen een klein beetje te strekken(5). Gebruik armen en benen tijdens de landing als dempers(6).
Het aanleren van de bunny-hop is niet eenvoudig. Start ook hier met het droog oefenen, dus zonder obstakels. Voor het aanleren van de bunny-hop is er maar één manier en dat is vooral blijven oefenen. In een kort tijd moeten er veel handelingen achter elkaar uitgevoerd gaan worden. Timing is belangrijk, als je maar vaak genoeg blijft oefenen dan komt er een moment dat je het juiste gevoel te pakken krijgt. Doorzetten dus!
Samengevat:
- Neem de aanvalshouding aan en rijdt op snelheid.
- Breng het lichaam omlaag en buig naar het stuur toe.
- Verplaats je gewicht explosief naar achter en trek stuur mee.
- Strek krachtig je benen en breng je heupen richting stuur.
- Trek achterwiel met de pedalen mee omhoog.
- Druk het stuur omhoog en van je af en trek de pedalen verder omhoog.
- Trek je stuur voor de landing iets omhoog.
